Kruidenkunde

Welkom, ik ben prof. Stronk.
Leerlingen van Huffelpuf kennen me ongetwijfeld al.

Vandaag behandelen we 2 planten en een spreuk die we voor één plant nodig hebben.
De planten zijn:


de koekenadoepa-plant
en het Sasossakruid.

 

We beginnen met de koekenadoepa-plant (voor het gemak ''koek'' genoemd).

De koek is een klimplant (nee Simon niet in de buurt komen!).
Ik zal maar meteen vertellen waarom dat niet mag.
Kijk hier heb ik een stok. Ik gooi hem daarheen, naar de plant.
Zie je wat er gebeurt? De koek omwikkelt de stok en zwiept hem in het rond.
Pas maar wel op, die plant is vreselijk sterk!!
O,ja 't is ook een vleeseter. Als je in de buurt komt pakt hij je vast en slingert je in het
rond. Dan wordt je duizelig en kan hij je opeten.

Om in de buurt te komen moet je een spreuk gebruiken, genaamd: de klarkus-spreuk.
Je zegt karkula en richt hem op de koek. De plant zal verstijven. Zeg allemaal maar eens de spreuk na. Daarna mag je het bij de plant toepassen.Niet te dichtbij komen hoor!!!

Oké, lukt het bij iedereen?
We gaan een wedstrijdje doen! Wie het eerst de plant aan kan raken en het natuurlijk ook doet...
Klaar voor de start? AF!!!!

Goed gedaan. Jij raakte hem als tweede aan.
Jacco Vrugteveen van Huffelpuf raakte hem eerst.

 

Oké fantastisch allemaal.
Maar nu de tweede plant.

Het Sasossakruid

Hier is een verhaal over. Het gaat zo.(iedereen om me heen gaan zitten!!)

Er was eens een beroemde slangenvanger. Hij stond erom bekend dat hij heel goed slangen kon beheersen. Dus op een dag kwam bij hem een bericht aan dat er een
eiland was waar een reuzenslang woonde. De mensen hadden het nooit erg gevonden
dat hij er woonde totdat er iemand door de slang gedood werdt. De man ging er naartoe. Toen hij aankwam stonden een hoop mensen hem op te wachten. Ze vertelden hem dat de slang huisde in de rotsen, aan de andere kant van ket eiland.
Hij moest vertrouwen op het feit dat hij goed met slangen om kon gaan. Er was namelijk geen ziekenhuis in de buurt. Inmiddels was bekend dat de slang giftig was.
De man ging ernaartoe. Na een uur zoeken hoorde hij een heftig gesis achter hem.
Hij keek om. In een holte ondereen paar rotsen lag een enórme slang. De slangen-
vanger liep erheen. Toen hij het dier op zijn speciale manier oppakte sloeg het beest
ineens toe. Zijn giftanden boorden zich in de arm. De man wist dat hij wat moest
doen of hij ging ook dood. Hij rukte een plant uit de grond en at hem helemaal op.
Langzaam aan knapte hij weer op!! Hij greep toen de slang en doode hem.
Hij noemde het kruid: Sasossakruid.

Gesnipt, gesnapt, gesnopen? Ja? Dan komt nu het huiswerk.

 

!!!!Huiswerk!!!!

1. Hoe denk je dat die man heette en hoe oud hij was en zo?

2. Wat was dat voor slang, denk je?
Je mag de naam zelf bedenken.

3. Waarom nam de man een plant en niet iets anders om hem weer beter te maken?

Oké? Mail de antwoorden naar mij.